Bron: Ministerie
van Buitenlandse Zaken

Oppervlakte |
70.282 km2 (circa 2,0 x Nederland)
|
Hoofdstad |
Dublin |
Inwonertal |
3,66 miljoen (1997) |
Bevolkingsdichtheid |
53,1 inwoners per km2 (1997) |
Godsdienst |
Rooms-katholiek (95%), Protestant
(5%) |
Taal |
Engels en Iers |
Nationale feestdag(en) |
17 maart (Saint Patrick's day: hij is de beschermheilige
van Ierland) |
Klimaat
|
Gematigd |
Arbeidsmarkt
|
Beroepsbevolking per sector |
Landbouw en visserij (14%), industrie (29%),
diensten, waaronder overheid (57%) (1990) |
Groeisectoren voor de arbeidsmarkt
|
Chemische industrie (inclusief
farmaceutische industrie), elektronische industrie (computers
en precisie-instrumenten) |
Werkloosheid |
10,2% (1997) |
Ierland in vogelvlucht
Geschiedenis
Staatsinrichting
Binnenlandse politiek
Mensenrechten
Sociale situatie
Economische situatie
Buitenlands beleid
en veiligheidsbeleid
Betrekkingen met Nederland
Geschiedenis
Ierland werd vanaf het einde van de twaalfde eeuw tot de jaren twintig
van deze eeuw door Groot-Brittannië overheerst. Desondanks
heeft het tevens een eigen (Keltisch) karakter. De Ierse samenleving
is van oudsher overwegend agrarisch, streng katholiek en nationalistisch.
Daarnaast heeft Ierland een lange democratische traditie.
In 1916 riepen de Ieren onder leiding van James Conolly de Republiek
Ierland uit, welke actie door Engelsen bloedig werd neergeslagen.
In 1919 werd een provisorische Ierse regering gevormd onder leiding
van Eamon de Valera, hetgeen de aanzet vormde tot de 'War of Independence'
(1919-1921). In 1920 schiep het Britse Parlement onder de 'Government
of Ireland Act' twee 'Home Rule' systemen: één voor
de Ierse republiek en één voor Noord-Ierland dat onder
rechtstreekse Britse controle bleef. Eerst in 1921 kwam er een wapenstilstand
tussen het VK en Ierland, uiteindelijk uitmondend in een verdrag
ter oprichting van de 'Irish Free State' (IFS), binnen Gemenebest.
Een burgeroorlog ontstond tussen aanhangers van de IFS en voorstanders
van een geheel onafhankelijk Ierland, eindigend in 1923. De zes
noordelijke staten van Ierland kozen toen voor aansluiting bij het
VK; zij vormen het tegenwoordige Noord-Ierland. In 1926 richtte
Eamon de Valera, nog steeds fel voorstander van een geheel onafhankelijk
Ierland, de Fianna Fail Party op, die in 1932 deelnam aan een regeringscoalitie
welke trachtte alsnog een einde te maken aan de Ierse ondergeschikte
positie in het Gemenebest. Het VK reageerde vergeefs met economische
sancties: in 1937 werd Ierland per grondwetswijziging een 'soevereine,
onafhankelijke en democratische Staat'.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
voerde Ierland een neutraal beleid, zeer tegen de zin in van het
Verenigd Koninkrijk. In 1949 verliet Ierland formeel het Britse
Gemenebest en werd de Republiek uitgeroepen. Vanaf 1959 maakte het
isolationistische en protectionistische beleid langzaam plaats voor
een proces van economische modernisering, gericht op het oplossen
van de groeiende sociale en economische problemen, die tot armoede
en emigratie hadden geleid. In 1973 trad Ierland toe tot de EEG
en in 1979 tot het Europees Monetair Systeem (EMS); het behoort
tot de eerste groep landen van de Economische en Monetaire Unie
(EMU).
Staatsinrichting
Ierland is een parlementair-democratische republiek (Westminster
model). De President beschikt in de praktijk slechts over beperkte
bevoegdheden. Hij/zij wordt rechtstreeks gekozen voor een periode
van zeven jaar en benoemt de Premier (Taoiseach). Ierland kent een
bicameraal stelsel, bestaande uit een Huis van Afgevaardigden (Dáil
Éireann) en de Senaat (Seanad Éireann), tezamen Oireachtas
genaamd. Het Huis telt 166 leden, die voor een periode van vijf
jaar worden gekozen via een stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
De Senaat heeft zestig leden, van wie elf worden benoemd door de
Premier en zes gekozen door de universiteiten. De overige 43 leden
worden gekozen uit vijf panels van kandidaten die zijn samengesteld
op basis van verdiensten onder meer op het gebied van de taal en
cultuur, literatuur, kunst en onderwijs. De wetgevende macht ligt
bij het parlement, dat formeel bestaat uit de President, het Lagerhuis
en het Hogerhuis. Ierland kent een onafhankelijke rechtsprekende
macht, hoewel er bij de procureur-generaal sprake is van een politieke
benoeming.
Binnenlandse
politiek
Het Goede Vrijdag-akkoord tussen alle bij het Noord-Ierse conflict
betrokken partijen (VK, Ierland, Noord-Ierse protestanten en Noord-Ierse
katholieken), dat op Goede Vrijdag 1998 de basis legde voor vrede
in Noord-Ierland, heeft veel van de aandacht van de regering gevergd.
Het Noord-Ierse conflict had daaraan voorafgaand ook de Ierse Republiek
gedurende een kwart eeuw sterk beïnvloed, met zijn negatieve
uitstraling op de interne politiek stabiliteit, zijn evenzeer negatieve
effect op de betrekkingen met het VK en het aanzienlijke beslag
dat het legde op nationale veiligheidsbudgetten.
Ondanks het feit dat de huidige centrum-rechtse Fianna Fail/Progressief-Democratische
coalitie drie Dáil-zetels te kort komt voor de meerderheid
blijft zij goed functioneren en kan zij bogen op grote publieke
steun, mede dankzij het bereiken van het Goede Vrijdag-akkoord.
De voor het voortbestaan van de regering noodzakelijke steun van
drie onafhankelijke parlementariërs lijkt voor de afzienbare
toekomst verzekerd. Aan de linkerzijde van het politieke spectrum
zijn de Labour party en Democratic Left gefuseerd - mede gevoed
door beiderzijdse recente slechte stembusuitslagen. Beide partijen
hopen op een synergetisch effect.
Topprioriteit voor de huidige regering is het hernieuwen en bestendigen
van het 'sociale partnerschap' tussen regering, werkgevers en werknemers
(enigszins vergelijkbaar met het Nederlandse 'poldermodel'). Zomer
1998 slaagde Premier Ahern er maar ternauwernood in om van de vakbonden
in de publieke sector hun voortgezette commitering te verkrijgen
voor gematigde salarisstijgingen, zoals overeengekomen in het zogeheten
Partnerschap 2000. Alleen de toezegging van belastinghervormingen
leek de bonden van grootscheepse acties te weerhouden.
Mensenrechten
Ierland kent een onafhankelijke rechterlijke macht. De Ierse politie,
die als enige de verantwoordelijkheid heeft voor de interne veiligheid,
staat onder effectieve burgerlijke controle van de Minister van
Justitie. Ierlands voornaamste probleem op het gebied van interne
veiligheid is lang de 'spill-over' van terroristisch geweld vanuit
Noord-Ierland geweest.
De regering respecteert in zijn algemeenheid de rechten der onderdanen.
Mensenrechtenproblemen, voorzover daarvan sprake is, vloeien allereerst
voort uit overbevolking van de gevangenissen en de daar te wensen
overlatende omstandigheden. Incidenteel wordt vernomen van gevallen
van mishandeling door politie en gevangenispersoneel, van blijvend
gebruik van bijzondere regelingen voor gevangenneming, gevangenhouding
en jury-loze hoven, van achterstelling van vrouwen en van incidentele
censuur van films, boeken en tijdschriften. Soms lijkt zich een
gebrek aan specifieke anti-discriminatiewetgeving (los van de Grondwet)
te wreken, met name waar het gehandicapten en leden van een nomadische
zigeunerachtige gemeenschap, bekend als 'travelers' (reizigers),
betreft.
Er is geen sprake van politieke of andere buitenrechtelijke executies,
noch van verdwijningen, folteringen of andersoortige wrede, onmenselijke
of vernederende behandelingen of straffen. De fysieke toestand van
gevangenissen voldoet evenwel vaak nauwelijks aan moderne eisen.
Verbeteringsprogramma's zijn gaande. Inspecties door internationale
mensenrechten-monitoren zijn welkom.
Ierland kent een goede staat van dienst voor wat betreft willekeurige
arrestatie en detentie. In zijn algemeenheid is de rechtspraak goed
en openbaar. De burgerlijke vrijheden worden gerespecteerd, er bestaat
gelijkheid voor de (Grond)wet. Sociale rechten zijn veelal verankerd
in separate wetten.
Sociale
situatie
Het recht zich in vakbonden te verenigen wordt gegarandeerd door
de wet, evenals het recht om van lidmaatschap van een bond af te
zien. Circa 55 % van de beroepsbevolking in de private en publieke
sector is georganiseerd. Politie en militairen mogen niet staken
maar mogen zich wel verenigen ter collectieve behartiging van hun
arbeidsvoorwaarden. Overal elders is het stakingsrecht vrijelijk
uit te oefenen. Mede dankzij het Partnerschap 2000, een in 1996
afgesloten driejarig 'sociaal contract' tussen regering, werkgevers
en werknemers, komen stakingsacties slechts sporadisch voor. De
onderhandelingen over een nieuw "social partnership" zijn medio
2003 afgesloten, met als motto: 'Sustaining Progress 2003-2005'.
Het verving het Partnership for Prosperity and Fairness ,
dat in juni 2003 afliep. Een van de doelstellingen van de overeenkomst
is het voeren van een anti-inflatie strategie om ervoor te zorgen
dat Ierland zijn internationale concurrentiepositie niet verliest.
De relatief hoge inflatie van de laatste jaren met uitbundige economische
groei heeft er namelijk reeds toe geleid dat het Ierse kostenpeil
inmiddels 12% boven het Europese gemiddelde ligt.
Gedwongen arbeid is verboden en komt niet voor. Er bestaat leerplicht
tot 15 jaar. Personen beneden de 16 jaar mogen niet voltijds te
werk worden gesteld maar 14- en 15-jarigen kunnen wel voor licht
werk tijdens schoolvakanties worden ingezet (en soms daarbuiten
deeltijds), in het (gereglementeerd) kader van het opdoen van werkervaring.
Sinds begin 2000 kent Ierland een wettelijk minimumloon, daarnaast
bestaan er bedrijfstakgebonden minimumsalarissen. De werkweek duurt
39 uur; werktijden in de industriële sector zijn beperkt
tot 9 uur per dag en 48 uur per week. Er geldt een maximum aan overwerk
van 2 uur per dag, 12 uur per week en 240 uur per jaar.
Economische
situatie
Ierland heeft de laatste jaren opmerkelijk hoge groeicijfers vertoond.
Toch is de inflatie tot en met het einde van 1997 op of onder het
EU-gemiddelde gebleven - volgens sommigen door een relatief grote
flexibiliteit aan de aanbodzijde van de markt, met daardoor beperkte
risico's van een inflatie-aanwakkerende te grote vraag. Prijsinflatie
zou, bij afwezigheid van salaris- of kapitaalmiddelen-inflatie,
grotendeels extern worden gevoed, als gevolg van de wisselkoers
en van internationale prijsniveaus. De recent optredende hoge prijsinflatie
wordt door de Ierse regering dan ook geweten aan hogere importprijzen.
ECB-President Duisenberg is een andere mening toegedaan, en hij
riep Ierland op een straffer fiscaal beleid te voeren, o.a. teneinde
lagere rentes te bewerkstelligen bij finalisering van de EMU. Minister
van Financiën McCreevy repliceerde dat fiscaal beleid een voorrecht
der EU-lidstaten bleef. Overigens worden de mogelijkheden voor een
straffer fiscaal beleid aanzienlijk beperkt door verplichtingen
aangegaan in het kader van het aangehaald Partnerschap 2000, in
combinatie met aanzienlijke groei in publieke bestedingen, noodzakelijk
geworden door een 'krakende' infrastructuur na de last van vijf
jaar scherpe economische groei.
De Ierse regering erkent het gevaar van prijs- en salarisinflatie
en de eruit voortvloeiende erosie van concurrentiekracht. Het vasthouden
aan het sociale akkoord in de vorm van Partnerschap 2000 is dan
ook van het hoogste belang voor de regering. De jongste gegevens
suggereren dat er nog steeds groei zit in de investeringen: de import
van kapitaalgoederen nam gedurende het eerste kwartaal van 1998
toe met 35 % t.o.v. het eerste kwartaal van 1997.
Ondanks de groei in importen, als antwoord op de snel stijgende
binnenlandse vraag, vertoont ook de buitenlandse vraag nog steeds
sterke groei. De inflatie lijkt echter fors te blijven toenemen,
één van de tekenen van oververhitting van de economie
na vijf jaren van bovenmiddelmatige groei. De druk op salarissen
- en daarmede op Partnerschap 2000 - neemt navenant toe.
Buitenlands
beleid en veiligheidsbeleid
Het Noord-Ierse vredesproces was lange tijd de eerste prioriteit
in het Ierse buitenlands beleid. Bij het tot een politieke oplossing
komen van het Noord-Ierse conflict zal het land ruimte krijgen zich
qua buitenlands en veiligheidsbeleid nader te oriënteren. Allereerst
is de angel uit de relaties met het Verenigd Koninkrijk goeddeels
weggevallen, hetgeen de overigens op o.a. handelsgebied reeds florerende
betrekkingen alleen maar kan baten. Voorts lijkt enige ruimte te
ontstaan voor een hernieuwde discussie over Ierlands traditionele
militair-neutrale opstelling ten opzichte van de machtsblokken in
de wereld. De Ierse regering, het parlement en de politieke partijen
zijn echter alle verdeeld over de richting van het Ierse veiligheidsdenken.
Aan toetreding tot bijvoorbeeld NAVO wordt vooralsnog niet gedacht,
maar wel werd kortelings besloten tot deelname aan het Partnerschap
voor de Vrede, zij het onder voorwaarden. Voorts participeert Ierland
als waarnemer in de WEU, op grond van zijn EU-lidmaatschap.
De Ierse strijdkrachten (in totaal 12.000 man) nemen regelmatig
deel aan VN-Vredesoperaties, daarmee getuigend van de internationalistische
opstelling van het land. Het Ierse streven naar het bezetten van
een niet-permanente zetel in de VN-Veiligheidsraad, in 2001 en 2002,
speelt hier eveneens mee. Ierland heeft zichzelf altijd als pro-Europees
beschouwd. Daar waren ook goede redenen voor: het alleszins opmerkelijke
economische transformatieproces van de Ierse Republiek is voor een
groot deel mogelijk gemaakt door Europese overdrachten (Structuur-,
cohesiefondsen, landbouwsubsidies, sociaal fonds etc.) en Europese
regelgeving. In politiek opzicht maakte het EU-lidmaatschap Ierland
niet langer afhankelijk van het VK en maakt het binnen Europa meer
gelijkwaardige relaties mogelijk. De Ierse visie op Europa is meermalen
door de voormalige Taoiseach Burton als volgt verwoord: "stable
money, secure jobs, safe streets and peace in Europe". Dit zijn
cruciale voorwaarden voor het floreren van een land dat het van
zijn (handels)betrekkingen met de buitenwereld moet hebben. Het
meest recente Ierse voorzitterschap van de Europese Unie, gedurende
de tweede helft van 1996, wordt algemeen positief beoordeeld. De
voornaamste resultaten zijn de voortgang van het EMU-dossier (het
stabiliteitspact), de strijd tegen de internationale criminaliteit
(drugsproblematiek) en een aan het werkgelegenheidsprobleem gewijde
verklaring.
Betrekkingen
met Nederland
De Nederlandse (politieke) betrekkingen met Ierland zijn rimpelloos.
Er zijn geen onderwerpen waarover bilateraal onenigheid bestaat.
Binnen de Europese Unie 'bespeelt' Ierland slechts enkele dossiers
actief (w.o. landbouw, visserij, instituties); als gevolg van zijn
bescheiden omvang heeft het land te beperkte (diplomatieke) middelen
om zich op alle fronten te doen gelden. Dit betekent wel dat het
sterke belangen herkent in die dossiers waar men actief opereert,
en op die terreinen een soms uitgesproken mening heeft. Ambassade
Dublin poogt regelmatig de bilaterale politieke betrekkingen wat
meer kleur te geven, door middel van participatie in bijvoorbeeld
culturele projecten. De handelsbetrekkingen laten weinig te wensen
over.
De handel tussen Nederland en Ierland heeft zich in de laatste vijf
jaar bijna verdubbeld. In 1991 werd voor ongeveer 1 miljard gulden
uitgevoerd naar Ierland. In 1996 was dit bedrag gestegen tot 1,9
miljard gulden. De in Amsterdam gevestigde Spar Franchise, in Ierland
in handen van "BWG-Foods", kondigde eind december 1996 aan dat zij
haar activiteiten in Ierland zal vergroten. Het gaat om een uitbreiding
in 1997 van 25 winkels met in totaal 400 extra arbeidsplaatsen.
Unilever heeft haar belang in de Ierse theeproducent Lyons met 5%
verhoogd naar 80% en de KPN betaalde, gezamenlijk met het Zweedse
Telia ruim 550 miljoen gulden voor een aandeel (20%) in de Ierse
Telecom Éireann. Daarnaast heeft Organon/AKZO in Ierland
een van zijn grootste productie-eenheden van Europa. Het Nederlandse
bedrijfsleven ziet voorts in Ierland vooral mogelijkheden in de
voedselverwerkende industrie en de milieutechnologie.
De culturele betrekkingen tussen Ierland en Nederland zijn bescheiden.
Er bestaan beperkte uitwisselingsprojekten op het terrein van de
klassieke muziek, literatuur, architectuur en ballet. Voor studenten
uitwisselingen bestaat de laatste jaren vanuit beide landen een
groeiende belangstelling. Jongeren zijn voorts sterk geïnteresseerd
in Ierse popmuziek: een aantal bekende Ierse popgroepen geven regelmatig
concerten in Nederland (U2, The Cranberries, Sinead O'Connor).
NB: voor cijfers en statistieken
vindt u de meest actuele informatie op www.minbuza.nl
Handige adressen:
Ambassade
Dr. Kuyperstraat 9
2514 BA Den Haag
+31 (0)70 363 09 93
Kamer van Koophandel
België en Luxemburg Kamer van Koophandel
Bezuidenhoutseweg 181
2594 AH Den Haag
tel: (070) 347 91 61
fax: (070) 347 79 75
Iers verkeersbureau
www.ierland.nl
|